Thee en cafeïne
Thee bevat cafeïne. Tijdens het trekken komen er verscheidene geur- en smaakstoffen vrij, waaronder cafeïne, wat thee een verkwikkend effect geeft. Omdat kruidenthee over het algemeen geen theebladeren bevat, bevat het dus ook geen cafeïne.
Cafeïne is een alkaloïde stof die een stimulerende werking heeft op mensen. In de natuur gebruiken planten cafeïne als een afwering tegen plantenetende insecten, maar ook als een feromoon on bijen te lokken.
De effecten van cafeïne kunnen zowel positief als negatief zijn. Cafeïne werkt stimulerend voor concentratie en prestatie, en kan vermoeidheid verdrijven. Ook ondersteunt het het geheugen, alertheid, en motivatie. Echter, cafeïne consumptie kan op de korte termijn acuut de bloeddruk verhogen, en bij overmatig gebruik kan cafeïne rusteloosheid, slapeloosheid, hoofdpijn, duizeligheid en prikkelbaarheid veroorzaken.
Er is geen verschil tussen cafeïne en theïne. Theïne is enkel een andere naam voor cafeïne, en is dus geen aparte stof. Wel bevat thee, per gram, gemiddeld minder cafeïne dan koffie.
Hoeveel cafeïne er in een kop thee zit is voornamelijk afhankelijk van de hoeveelheid thee die per kop gebruikt wordt, en de trektijd van de thee.
Door meer thee te gebruiken tijdens het trekken kan men de concentratie van de thee, en dus de concentratie van de cafeïne, verhogen. De meest invloedrijke factor is de trektijd van de thee. Een kop thee die vijf minuten heeft getrokken bevat meer cafeïne dan een kop die één of drie minuten heeft getrokken, ongeacht de hoeveelheid of het type van de thee.
Verder zorgen een hogere temperatuur en een fijner blad er voor dat er meer cafeïne vrijkomt tijdens het trekken. Omdat zwarte thee doorgaans een fijner blad hebben en op een hogere temperatuur gezet wordt, bevat een kop zwarte thee vaak meer cafeïne.